Opkomst van steden in de Lage Landen

Opkomst handel en nijverheid in de Lage Landen

Voordat handel en nijverheid op kunnen komen, moet er eerst iets veranderen in de landbouw. Er moet voldoende voedseloverschot zijn zodat het niet meer voor iedereen nodig is om boer te zijn. Vanaf de 11e eeuw zie je in Noordwest-Europa enkele ontwikkelingen plaatsvinden:

  • Ontginning van nieuwe landbouwgronden. Er wordt meer grond gebruikt voor landbouw.
  • Hogere opbrengsten van de landbouw door nieuwe uitvindingen en technieken.
  • Bevolkingsgroei. Door de hogere opbrengsten groeit ook de bevolking. Met meer eten kunnen er immers meer monden gevoed worden.
  • Bloei van de handel. Niet iedereen hoeft meer op het land te werken en kan zich nu bezighouden met andere ambachten. Daarnaast kunnen de overschotten van boeren nu ook verhandeld worden.

Vanaf dit punt kan er gesproken worden van een agrarisch-urbane samenleving met een monetaire economie. De steden worden namelijk steeds belangrijker en er wordt gebruik gemaakt van munteenheden.

Stad en platteland

Het stad en platteland hebben een goede relatie en zijn in zekere zin afhankelijk van elkaar. Zo levert het platteland voedsel en grondstoffen aan de stedelingen. Niet alle grondstoffen kunnen vanaf het platteland geleverd worden en moeten aangevoerd worden over langere afstanden. Zo ontstaan er ook langzamerhand handelsnetwerken tussen steden.

Stedelingen leveren op hun beurt weer werktuigen en kleding vanuit de stad naar het platteland. Steden gaan zich ook steeds meer specialiseren in bepaalde producten.

Stadsrechten

Steden willen zich graag onafhankelijker gaan opstellen tegenover hun landheer en gaan daarom in onderhandeling over stadsrechten. Deze rechten zouden hun economische belangen moeten beschermen en worden vaak verkregen in ruil voor geld/steun aan de vorst of edelman die het land bezit. Het verkrijgen van stadrechten houdt in dat een stad zijn eigen bestuur en rechtspraak mag regelen. Daarnaast krijgt de stad vaak ook het recht op zelfverdediging door bijvoorbeeld de aanleg van een stadsmuur.

Verstedelijking na 1300

Vanaf de 14e eeuw stokt de bevolkingsgroei door de uitbraak van de pest en hongersnoden. De verstedelijking en commercialisering blijven echter wel doorgaan doordat steeds meer mensen naar de stad toe trekken. Rond 1500 woont ongeveer 10% van de Europese bevolking in de stad. Vlaanderen en Noord-Italië zijn de sterks verstedelijkte landen in Europa op dit moment. Ondanks het grote aantal sterfgevallen in de steden, blijft het inwonertal toenemen door migratie van het platteland naar stad.