Tijdvak 9 – De Duitse bezetting van Nederland

Duitse inval in Nederland

Op 10 mei 1940 valt Duitsland Nederland binnen. Dit was onderdeel van een groter plan om de gehele Benelux in te nemen. Het Nederlandse leger biedt enige weerstand, maar na de bombardementen op Rotterdam kiest Nederland er toch voor om zich over te geven op 15 mei 1940. De nieuwe leider van Nederland wordt rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart en hij begint met de nazificatie van Nederland. Dit houdt in dat de media gelijk wordt geschakeld en Joden langzamerhand geïsoleerd worden van de rest. De Duitsers verwachten dat de nazificatie makkelijk zal verlopen omdat zij de Nederlanders als Arisch broedervolk zien.

Collaboratie en verzet

Zoals verwacht passen de meeste Nederlanders zich gemakkelijk aan de nieuwe situatie aan: accommodatie. Een kleine minderheid voegt zich echter bij het verzet: collaboratie.

Naarmate de oorlog vordert, verslechtert de positie van Duitsland. Hierdoor komt de Nederlandse economie steeds meer in dienst van de Duitse oorlogvoering. Zo worden Nederlandse mannen steeds vaker opgeroepen om te werken in Duitse fabrieken. Daarnaast neemt ook de Duitse onderdrukking toe omdat Nederlanders steeds minder bereid zijn om mee te werken. Dit zorgt ervoor dat het actief en passief verzet groeit.

Terwijl het verzet groeit, groeit ook de samenwerking met de Duitsers. Het ledental van de NSB, de Nederlandse nazipartij, neemt namelijk toe.

Februaristaking 1941

Een goed voorbeeld van actief verzet gedurende de Duitse bezetting van Nederland is de Februaristaking. Veel Nederlanders waren het niet eens met de eerste deportaties van Joden. Om deze reden beginnen arbeiders in Amsterdam een staking op 25 februari 1941. Dit verspreidt zich al snel door richting Utrecht.

Bevrijding en Hongerwinter

De bevrijding van Nederland begint bij Operatie Market Garden (september 1944). Dit is een plan van de geallieerden om via België Nederland te bevrijden van de Duitse bezetters. Tegelijkertijd vindt de Spoorwegstaking plaats. Op deze manier proberen de Nederlanders hulp te bieden aan de geallieerden bij hun bevrijdingspoging. Het lukt de geallieerden echter niet om Nederland geheel te bevrijden. Enkel het Zuiden van Nederland wordt bevrijd.

Als ‘straf’ voor de spoorwegstaking leggen de Duitsers het transport naar West-Nederland stil. Gevolg hiervan is dat er in de winter van 1944-1945 in West-Nederland grote voedsel- en brandstoftekorten ontstaan. Dit wordt ook wel de Hongerwinter genoemd.

De Duitsers geven zich uiteindelijk definitief over op 5 mei 1945. Nederland is bevrijd.