Tijdvak 9 – De crisis van het wereldkapitalisme
Kenmerkende aspecten:
- De crisis van het wereldkapitalisme
De VS in de jaren 20
Amerika heeft zich na de Eerste Wereldoorlog ontwikkelt tot een wereldmacht. Het land heeft een enorme economische groei gemaakt. Dit komt doordat de landbouw en industrie gedurende de Eerste Wereldoorlog enorm veel voedsel/wapens geleverd hebben aan de geallieerden. Niet iedereen profiteert even veel van de economische groei in Amerika. Zo merken de arbeiders en zwarten nog weinig verschil.
Desondanks is er sprake van groot optimisme onder de bevolking. Men heeft veel vertrouwen in de Amerikaanse economie en begint met het kopen van luxe producten en aandelen. Deze producten en aandelen worden vaak aangeschaft op krediet. Dit is geleend geld van de bank. Het overheidsbeleid gedurende deze periode is om weinig tot niet in te grijpen in de economie. Ze laten banken dus volledig vrij in de voorwaarden die ze stellen voor het strekken van leningen.

De Beurskrach (oktober 1929)
De verkoop van auto’s en huizen in Amerika begint terug te lopen. Dit leidt to minder vertrouwen van burgers in de economie. Op oktober 1929 komt dit wantrouwen tot zijn hoogtepunt wanneer mensen hun aandelen massaal verkopen uit angst voor een waardedaling. Het gevolg hiervan is dat aandelen nu juist in waarde gaan dalen en de beurzen beginnen in te storten.
Bedrijven beginnen nu ook failliet te gaan en particulieren kunnen niet langer hun leningen terugbetalen. Hierdoor hebben de banken vaak niet meer genoeg geld in kas en gaan zij soms ook failliet.
Gevolgen op korte termijn
- Leningen worden niet meer afbetaald
- Het vertrouwen in de economie verdampt
- Er is sprake van hyperinflatie en koopkrachtverlies
- De overheid kiest er voor om juist te gaan bezuinigen in plaats van te investeren in de economie. Door de terughoudende rol van de overheid blijft de armoede toenemen en ontstaan er zelfs sloppenwijken (zie afbeelding)
Doordat Amerika tijdens deze periode dé economische wereldmacht is, verspreidt de crisis zich ook tot over de rest van de wereld.

Einde aan de vijf ‘gouden jaren’ van de Weimarrepubliek
Duitsland wordt harder geraakt door de crisis dan andere landen doordat zij afhankelijk zijn van Amerikaanse leningen. Dit is zo gekomen door het zogenaamde Dawes-plan: Amerika zou geld lenen aan de Duitsers zodat zij aan de herstelbetalingen van WoI konden voldoen. Frankrijk had schulden bij Amerika en zou nu ook deze schulden af kunnen betalen. Daarnaast zou Frankrijk nu ook meer producten bij de Amerikanen kunnen kopen. Dit alles zou de wereldeconomie weer moeten bevorderen.Het Dawesplan was in het begin effectief en zorgde voor een bloei van de Duitse economie (1924-1929). Dit werden ook wel de vijf gouden jaren van de Weimarrepubliek genoemd.
Hier komt dus abrupt een einde aan in oktober 1929 wanneer de Amerikaanse beurs instortte. Dankzij het Dawesplan is Duitsland afhankelijk geworden van Amerika waardoor ook zij in grote economische problemen komen.
Omgaan met de depressie
President Hoover (VS) blijft vasthouden aan het non-interventiebeleid. Hier komt echter verandering in wanneer zijn opvolger F.Roosevelt met het ‘New Deal’ plan komt. Dit is een nieuwe economisch beleid waarbij de overheid burgers op financieel gebied helpt en staatsleningen verstrekt aan banken. Daarnaast pakte Roosevelt ook de werkeloosheid aan door te investeren in openbare werken. Dit gebeurt ook in andere landen. Zo wordt in Duitsland de Autobahn aangelegd en in Nederland de Afsluitdijk afgemaakt.