Tijdvak 6 – Wereldwijde handelscontacten
Kenmerkend aspect:
- Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
De Verenigd Oost-Indische Compagnie (VOC)
De Republiek wilde zich ook graag mengen in de handel van specerijen in Azië en besloot dat dit het beste gedaan kon worden door de verschillende handelscompagnieën samen te voegen. In 1602 werd daarom de Verenigd Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht. De VOC verkreeg van de Republiek de monopolie op handel in ‘de Oost’ en ook het recht om oorlog te voeren. Daarnaast verkreeg de VOC ook het recht om verdragen te sluiten met lokale vorsten. De VOC opereerde dus in sommige opzichten als een soort eigen staat.
De VOC was een goed voorbeeld van handelskapitalisme: een vorm van kapitalisme waarin handelaren en kooplieden een belangrijke rol spelen. De VOC hield zich bezig met de handel in specerijen, zijden, katoen en later ook koffie en thee. Naast handel, gaf de VOC ook aandelen uit. De leiding bleef echter wel altijd in handen van de eigen gouverneur-generaal.
Wereldwijde handelscontacten
Gedurende deze periode nam het aantal wereldwijde handelscontacten toe en ontstond er een wereld economie. De VOC speelde de hoofdrol in de (specerijen)handel in Azië, maar ook andere landen begonnen handelscompagnieën op te richten. Zo werd in Engeland bijvoorbeeld de East India Company (EIC) opgericht.

De driehoekshandel in ‘de West’
Een gevolg van de uitwisseling van goederen, personen etc. was het ontstaan van de driehoekshandel. Deze werkte als volgt: Europeanen kwamen met nijverheidsproducten naar Afrika ➝ Vanuit Afrika werden slaven meegenomen naar de koloniën ➝ Vanuit de koloniën werden koloniale waren meegenomen naar Europa.
West-Indische Compagnie (WIC)
In 1621 eindigde het Twaalfjarig Bestand tussen Nederland en Spanje. Om deze reden werd per direct de West-Indische Compagnie opgericht. De WIC was in theorie een handelscompagnie, maar werd in het begin voornamelijk gebruikt als oorlogsinstrument. Zo hielden zij zich in de beginjaren bezig met het kapen van Spaanse en Portugese schepen in het Atlantisch gebied. Gedurende deze periode vestigde de WIC ook factorijen in West-Afrika en de Amerika’s. Vanuit deze factorijen handelde de WIC in slaven, wapens, goud, beverbont, suiker, tabak en koffie.