Tijdvak 1 – Jagers en boeren

De levenswijze van jagers-verzamelaars

Jagers en verzamelaars waren mensen die in kleine groepen als nomaden leefden. Dit wil zeggen dat zij geen vaste woonplaats hadden, maar van plek naar plek rondtrokken om voedsel te zoeken. Deze mensen overleefden, zoals de naam al zegt, door te jagen en verzamelen. Meestal was hier een duidelijke taakverdeling waarbij de mannen op jacht naar wilde dieren gingen en de vrouwen vruchten etc. verzamelden. Hierbij werd er gebruik gemaakt van simpele werktuigen zoals de vuistbijl. De jagers en verzamelaars lieten ook diverse grottekeningen achter en begroeven hun doden. Dit kan een indicatie zijn dat zij in goden/magie geloofden.

Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen

Rond 10.000 voor Christus verandert er iets radicaals in de manier van leven van mensen: de landbouw wordt uitgevonden. Dit gebeurde als eerst in de ‘Vruchtbare Halve Maan’, een gebied dat lag in het huidige Midden-Oosten (Egypte en Mesopotamië). Rondom dit gebied lagen diverse rivieren die jaarlijks overstroomden en vruchtbare slib achterlieten. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen wordt ook wel de agrarische of Neolithische revolutie genoemd. De overgang tot landbouw in Europa vond uiteindelijk ook plaats tussen de jaren 7000 en 3000 v. Chr.

Kenmerken landbouwsamenlevingen

Het belangrijkste middel van bestaan in landbouwsamenlevingen was vanzelfsprekend de landbouw. Jagen en verzamelen maakten plaats voor akkerbouw en veeteelt. De groepsgrootte van mensen nam in deze tijd ook enorm toe doordat zij niet langer rond hoefden te trekken. Dit leidde er ook toe dat de mensen monumenten gingen bouwen. Neem bijvoorbeeld de wereldberoemde Stone Hedge.

Boeren hadden dus een vaste woonplaats. Dit wordt ook wel een sedentaire levenswijze genoemd. Gedurende hun leven als boer maakten ze gebruik van diverse stenen werktuigen en vonden nieuwe dingen uit zoals keramiek en het wiel. De boeren hadden polytheïstische godsdiensten en geloofden dus in meerdere goden.

Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

Doordat de grond extreem vruchtbaar was, ontstonden er in Mesopotamië voedseloverschotten. Dit leidde tot een bevolkingsgroei waardoor het niet meer voor iedereen nodig was om boer te worden. Mensen begonnen met elkaar te ruilen en zich te specialiseren in ander beroepen binnen de ambacht en nijverheid. Dit leidde er uiteindelijk toe dat er langzaam maar zeker steden tot stand kwamen. Dit ging ook gepaard met de ontwikkeling van het schrift (spijkerschrift). De ontwikkeling van het schrift kenmerkt het einde van de prehistorie.

Toenemende complexiteit en ongelijkheid

Het eerste schrift was het Soemerisch spijkerschrift (zie afbeelding) en ontstond rond 3300 v. Chr. Het schrift was van belang omdat samenlevingen steeds groter en dus ook complexer werden. Dit ging gepaard met groeiende sociale verschillen op het gebied van macht, bezit en aanzien. Er werden opzichters aangesteld die toezicht hadden op de landbouw etc. en zo ontstond er ook een elite binnen de stad. Binnen de steden was er nog steeds sprake van Polytheïstische godsdiensten. Om hun goden te vereren, bouwden de stedelingen diverse tempels en legden zij verhalen over de goden vast (mythologie). De koning van een stad had vaak ook een dubbelrol als priester.