Opkomst van Hitler (1923-1939)

De vijf gouden jaren van de Weimarrepubliek

De Weimarrepubliek had erg veel moeite om te voldoen aan de herstelbetalingen die in het Verdrag van Versailles waren opgelegd. Doordat Duitsland niet aan de betalingen kon voldoen, besloot Frankrijk in 1923 het Duitse roergebied te bezetten. Het belangrijkste industriegebied van Duitsland was nu in handen van Frankrijk. Dit zorgde vanzelfsprekend voor grote onvrede onder de Duitsers. Dit jaar werd ook gekenmerkt door de eerste mislukte staatsgreep van Hitler. Hij belandde voor een jaar in de gevangenis en schreef hier het befaamde boek ‘Mein Kampf’.

Duitse werkers in het roergebied weigerden om voor de Franse bezetter te werken en begonnen daarom een staking. De Duitse regering wilde dit belonen door de werkers alsnog door te betalen en moesten hiervoor extra geld bijdrukken. Dit leidde tot inflatie waardoor de Weimarrepubliek nog slechter ging functioneren op economisch gebied.

De oplossing hiervoor kwam vanuit de Verenigde Staten: het Dawesplan (1924). Amerika zou geld lenen aan de Duitsers zodat zij aan de herstelbetalingen konden voldoen. Frankrijk had schulden bij Amerika en zou nu ook deze schulden af kunnen betalen. Daarnaast zou Frankrijk nu ook meer producten bij de Amerikanen kunnen kopen. Dit alles zou de wereldeconomie weer moeten bevorderen.

Het Dawesplan was in het begin effectief en zorgde voor een bloei van de Duitse economie (1924-1929). Dit werden ook wel de vijf gouden jaren van de Weimarrepubliek genoemd. Hier kwam echter abrupt een einde aan in oktober 1929 toen de Amerikaanse beurs instortte (de Beurksrach). Dankzij het Dawesplan was Duitsland afhankelijk geworden van Amerika waardoor ook zij in grote economische problemen kwamen. De Beurskrach was het begin van een economische wereldcrisis.

Succesfactoren nazi’s (na 1929)

Door de economische crisis groeide de belangstelling voor partijen die andere ideeën boden dan de huidige democratische regering. Zo werden de nazi’s en communisten de grootste partijen.

De groeiende populariteit van de nazi’s kwam door een aantal factoren:

  • De nazi’s beloofden werk, welvaart en een herstel van het ooit zo machtige Duitsland.
  • Ze wilden een einde maken aan het Verdrag van Versailles
  • De nazi’s waren meesters in propaganda. Zij maakten hierbij veel gebruik van nieuwe ontwikkelingen zoals radio en film.
  • Ze straalden kracht en eenheid uit. Dit deden ze bijvoorbeeld aan de hand van parades van de paramilitaire SA (zie afbeelding).

Antisemitisme

De nazi’s waren ook zeer antisemitisch. Zij gebruikten de Joden als zondebok en gaven hen de schuld van al het negatieve wat de afgelopen jaren in Duitsland was gebeurd. Het was volgens de nazi’s de schuld van de Joden dat Duitsland het Verdrag van Versailles had getekend. Zo werd dus de eerdergenoemde dolkstootlegende aangepast: Het was niet langer de schuld van de democratische regeringsleiders, maar de schuld van de Joden. Joden behoorden volgens de nazi’s niet tot de Duitse Volksgemeinschaft.

Rijksdagbrand en Machtigingswet

In de verkiezingen van 1932 is de nazipartij (NSDAP) erg succesvol en komt hier ook als grootste partij uit. Hitler wordt leider van de nieuwe regering, maar moet alsnog samenwerken met ministers van andere partijen. Zo was ook de communistische partij erg succesvol bij de recente verkiezingen. Hitler streefde echter naar meer macht voor zichzelf.

In februari 1933 vond er een grote brand plaats in het Duits parlementsgebouw, de Rijksdag (zie afbeelding). De enige persoon die hier wordt aangetroffen, is een Nederlandse communist genaamd Marinus van der Lubbe. Hitler zag de Rijksdagbrand als een grote tragedie, maar ook als buitenkans. Hij kon nu namelijk de communisten buitenspel zetten door ze te beschuldigen van een ‘aanval op de Duitse staat’. Dit leidde tot een verbod op de communistische partij en arrestaties van veel communisten.

In maart 1933 brengt Hitler de machtigingswet in stemming. Dit is een wet die ervoor kan zorgen dat de Duitse regering 4 jaar lang mag regeren zonder inspraak van het parlement. Doordat de communisten al buitenspel zijn gezet en veel van zijn politieke tegenstanders bang voor hem zijn, lukt het Hitler om de machtigingswet in werking te laten treden.

Opbouw van de totalitaire staat

Na het overlijden van president Hindenburg in 1934 roept Hitler zich uit tot ‘Führer’. Vanaf dit punt begint hij met de nazificatie van de samenleving. Denk hierbij aan het oprichten van diverse naziorganisaties zoals de Hitlerjugend. De nazi’s blijven ook erg actief op het gebied van antisemitisme (veel propaganda etc.).

Mensen die het niet eens waren met de ideeën van Hitler werden weggestuurd naar concentratiekampen. Het eerste concentratiekamp werd opgericht in Dachau (1933). Op dit moment werden er voornamelijk politieke tegenstanders naar de concentratiekampen gestuurd.

Het doel van Hitler was om een volksgemeinschaft te creëren. Aan de hand van de eerdergenoemde propaganda en concentratiekampen probeerde hij mensen die hier volgens hem niet bij hoorden, langzaam maar zeker buiten te sluiten.

Hitlers buitenlandse politiek

Hitler wilde graag een einde maken aan het Verdrag van Versailles en meer leefruimte creëren voor het Duitse volk (Lebensraum). Dit deed hij door zich simpelweg niet meer te houden aan het verdrag. Hij breidt Duitsland uit door Oostenrijk (Een Duitssprekend land) te annexeren in 1938. Dit wordt ook wel ‘de Anschluss’ genoemd. Ook laat hij doorschemeren dat hij een Duitssprekende provincie in Hongarije, het Sudetenland, graag zou willen innemen. Dit zorgt echter wel voor veel spanningen omdat Frankrijk en Engeland dit als een oorlogsverklaring kunnen zien.

De conferentie van München

Na de Eerste Wereldoorlog had de wereld gezien wat voor gruwelen oorlog met zich meebracht. Iedereen was heel bang dat dit nogmaals zou gebeuren en om deze redenen was er sprake van appeasementpolitiek. Dit hield eigenlijk in dat Duitse eisen werden ingewilligd om nog een oorlog te voorkomen. Dit kwam al naar voren toen Duitsland Oostenrijk annexeerde en er geen maatregelen werden genomen door andere landen.

Deze appeasementpolitiek kwam wederom naar voren bij de Conferentie van München in september 1938). Hier werd afgesproken dat Hitler het Sudetenland mocht innemen, indien hij beloofde verder geen landen meer in te nemen. De Britse premier Chamberlain (zie afbeelding) claimde dat hij de vrede in de wereld had weten te bewaren.

De vrede bleek echter van korte duur. Duitsland viel op 1 september 1939 Polen binnen. Engeland en Frankrijk verklaarden hierna de oorlog aan Duitsland. Het begin van de Tweede Wereldoorlog was een feit.