Handelscentrum Brugge
Handelscentrum van Noord-Europa
Brugge wordt vanaf 1300 hét handelscentrum ten noorden van de Alpen. Het heeft nu definitief de functie van Atrecht overgenomen. Het hoofdkantoor van de Hanze heeft zich gevestigd in Brugge waardoor het nu een belangrijke stapelmarkt wordt: een plek waar goederen vanuit heel Europa naar toegebracht en opgeslagen worden.
Italië is op dit moment een van de meest verstedelijkte gebieden en loopt voorop op het gebied van financiële technieken en het starten van ondernemingen. Italiaanse ondernemers beginnen nu ook met het vestigen van filialen van compagnieën en banken in Brugge. Mede dankzij de vestiging van deze Italiaanse filialen ontwikkelt Brugge zicht tot het financieel centrum. De Italianen brachten bijvoorbeeld de wisselbrief met zich mee: een op geld waardeerbaar document. Er ontstond een hele handel en speculaties op het gebied van wisselbrieven. Zo ontwikkelde zich in Brugge ook het eerste beursgebouw van Europa.
Brugge profiteerde ook van het eigen achterland. Zowel Vlaamse als Brabantse steden komen in deze tijd sterk op door innovatie en schaalvergroting. Dit is ook voordelig voor Brugge aangezien zij een continue stroom van textiel en andere grondstoffen aangeleverd krijgen door deze steden.
Burgers in de stad
In de stad zelf zie je dat burgers steeds meer gaan nadenken over het algemeen belang (bonum commune). Ze vinden het belangrijk om iets voor de gemeenschap te gaan doen. Zo zie je dat burgers bereid zijn om belastingen te betalen voor openbare bouwwerken en de stad te beschermen in dienst van de schutterij. Burgers beginnen ook steeds meer taken van de geestelijkheid over te nemen zoals sociale zorg en onderwijs.
De geestelijkheid en het stadsleven
Ondanks het gemeenschapsgevoel, is het stadsleven toch wat individueler dan wat de geestelijkheid voorheen gewend was. Zij gaan zich daarom proberen aan te passen aan de individuele geloofsbeleving in steden. Dit doen zij bijvoorbeeld door de aanlegging van Begijnhoven. Dit waren kleine afgesloten complexen waarin ‘leken’ zich konden wijden aan god.
In deze tijd komen er ook veel bedelorden op. Dit zijn gelovigen die moeten rondkomen van liefdadigheid van burgers en voor de rest geen bezittingen hadden.
Dit alles sluit aan bij de opkomst van de moderne devotie. Hierin kwam vooral de nadruk te liggen op de individuele geloofsbeleving en de verantwoordelijkheid om een goede christen te zijn.
Ondanks de bescheidenere manier van geloofsuiting in de steden, zijn er ook nog steeds bisschoppen die hun rijkdom laten zien door de bouw van monumentale kerken.
Particularisme en centralisatie
Burgers voelen zich in deze periode vooral verbonden met de stad, niet langer met de regio of vorst. De steden en hun burgers streven ernaar om zo onafhankelijk mogelijk te blijven. Dit wordt het particularisme genoemd.
Het particularisme komt echter onder druk te staan door het streven van vorsten om staten te vormen en te centraliseren. Bourgondische hertogen zoals Filips de Goede proberen dit te doen door een Staten Generaal in te stellen (of centrale bank, algemene rekenkamer etc.).
In 1477 valt het Bourgondische rijk uiteen. Bourgondië zelf gaat bij Frankrijk horen en de Lage Landen vallen nu onder het Habsburgse Rijk. De Vlaamse steden zagen dit als goede kans om zich direct vrij te vechten en kwamen in opstand tegen de nieuwe heerser Maximiliaan van Habsburg (zie afbeelding). Maximiliaan is hier niet van gediend en weet uiteindelijk ook met zijn leger de strijd te winnen. Als wraak laat hij de haven van Brugge blokkeren en beveelt de handelaren om voortaan via Antwerpen te handelen. Zo komt er eind 15e eeuw een einde aan de machtspositie van Brugge.
