Einde van de Gouden Eeuw
Onrust over de grens
De economieën van concurrenten van de Republiek groeien niet door:
- De Dertigjarige Oorlog (1618-1648) in het Duitse Rijk leidt ertoe dat er geen economische bodem meer is om vanuit verder te groeien. De oorlog put het Duitse Rijk financieel uit.
- In Frankrijk en Engeland vinden godsdienstige oorlogen en conflicten tussen vorst en adel plaats. Doordat alle nadruk ligt op oorlog, wordt er niet meer gefocust op economische groei.
De Republiek profiteert hiervan en bouwt op economisch gebied een voorsprong op.
Migratie naar de Republiek
Door de Dertigjarige Oorlog vluchten veel Duitsers naar de Republiek. Deze vluchtelingen komen vaak in dienst bij de VOC of graven kanalen. Daarnaast vluchten vanuit de Zuidelijke Nederlanden (deze vallen nog onder het Spaanse bewind) veel kooplieden en ambachtslui naar de Republiek. Er is ook nog sprake van een vluchtelingenstroom vanuit Spanje en Portugal. Joodse kooplieden vluchten vanuit deze landen naar de Republiek omdat zij hebben gehoord over de religieuze tolerantie en gewetensvrijheid.
De migratie bevordert de economische groei van de Republiek. De migranten brengen immers kennis, kapitaal en contacten met zich mee.
Einde van de Gouden Eeuw
Vanaf 1648 komt er een einde aan de burgeroorlogen en opstanden in de concurrerende landen van de Republiek. Doordat de rust is teruggekeerd, beginnen Frankrijk en Engeland met het beschermen van hun economieën tegen de Republiek (economisch protectionisme). Zo begint Frankrijk met het voeren van een mercantilistisch beleid en begint Engeland met de invoering van de Scheepsvaartwetten. Dit leidt al snel tussen twee zeeoorlogen tussen de Republiek en Engeland (zie afbeelding).
Naast de opkomst van concurrenten, vindt er in de Republiek ook steeds minder innovatie plaats. Daarnaast wordt het bestuur van de Republiek een oligarchie: een bestuursvorm waarin een kleine groep de macht heeft. Dit komt doordat regenten bestuursfuncties enkel onder elkaar verdelen.

Rampjaar 1672
In 1672 wordt de Republiek door verschillende buitenlandse legers aangevallen. Engeland valt ter zee aan terwijl Frankrijk, met groot succes, via het Duitse Rijk binnenvalt. Dit is volgens de bevolking te verwijten aan de regenten.
De regenten hebben in het jaar 1650 namelijk besloten dat de Republiek niet langer een stadhouder nodig heeft. De stadhouder was verantwoordelijk voor het leger en de vloot van de Republiek. Doordat er niet langer een stadhouder was, werd er de afgelopen jaren steeds minder geld geïnvesteerd in de bescherming van de Republiek. Veel inwoners van de Republiek zijn van mening dat dit de reden is voor het rampjaar in 1672. Dit leidt tot een groeiende kloof tussen staatsgezinden (regenten) en Oranjegezinden (voorstanders van de stadhouder).
De groeiende onvrede bereikt uiteindelijk zijn hoogtepunt wanneer de gebroeders De Witt, twee regenten, op brute wijze worden vermoord door het volk. Willem III wordt als stadhouder aangesteld en hij slaagt er in om de Republiek in stand te houden. Amsterdam weet echter niet het handelscentrum van de wereld te blijven. Deze positie wordt door Londen overgenomen. De Gouden Eeuw is tot zijn einde gekomen.