Economische bloei van de Republiek

Politiek en economie in de Republiek

De Republiek heeft de vorm van een statenbond (confederatie). De gewesten hebben dus veel vrijheid op het gebied van bestuur. Ze vergaderen wel met elkaar over buitenlandse politiek en defensie in de Staten-Generaal.

De economie van de Republiek staat in deze tijd volledig in het teken van de oorlog tegen de Spanjaarden. Hierdoor moeten er ook hoge belastingen worden betaald. Dit is voor de gewesten echter geen probleem omdat zij dit samen in de Staten-Generaal hebben besloten. Het gaat immers over oorlog.

De bovenlaag in de Republiek bestaat uit de regenten. Sommigen van deze regenten komen van adel, maar de meesten komen uit koopmanskringen. Hierdoor zien de meeste regenten handel en welvaart als een van de belangrijkste factoren in de strijd tegen Spanje.

Tegenover de regenten staat vaak de stadhouder, een telg van de familie van Oranje. Hij heeft leiding over het leger en de vloot van de Republiek en streeft juist naar meer centralisatie tussen de gewesten. Toch wordt de stadhouder vaak gedwongen door regenten om rekening te houden met het particularisme.

VOC, WIC en de Opstand

De Republiek wilt zich ook graag mengen in de handel van specerijen in Azië en besluit dat dit het beste gedaan kan worden door de verschillende handelscompagnieën samen te voegen. In 1602 wordt daarom de Verenigd Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht. De VOC verkrijgt van de Republiek de monopolie op handel in Azië en ook het recht om oorlog te voeren. Daarnaast verkrijgt de VOC ook het recht om verdragen te sluiten met lokale vorsten. De VOC opereert dus in sommige opzichten als een soort eigen staat.

In 1621 eindigt het Twaalfjarig Bestand tussen Nederland en Spanje. Om deze reden wordt per direct de West-Indische Compagnie opgericht. De WIC is in theorie een handelscompagnie, maar wordt in het begin voornamelijk gebruikt als oorlogsinstrument. Zo houden zij zich in de beginjaren bezig met het kapen van Spaanse schepen in het Atlantisch gebied. Een van de bekendste overwinningen van de WIC is de verovering van de Spaanse zilvervloot door Piet Hein in 1628 (zie afbeelding). Het zilver dat wordt buitgemaakt wordt op zijn beurt weer gebruikt om de Opstand te financieren.

Handelscentrum Amsterdam

Amsterdam groeit in deze tijd uit tot hét handelscentrum van Noordwest-Europa. Na de Val van Antwerpen in 1585 beheerst de Republiek de internationale handel:

  • Handel in specerijen en suiker. Dit is de Aziatische en koloniale handel.
  • De graanhandel in het Oostzeegebied. Amsterdam wordt een belangrijke stapelmarkt.
  • Er wordt een koopmansbeurs gebouwd in Amsterdam.

Door de explosieve groei van Amsterdam als handelscentrum neemt ook het inwonersaantal toe. Dit leidt er toe dat Amsterdam wordt uitgebreid met de welbekende grachtengordels. Naast Amsterdam groeien ook andere steden steeds meer. Zo ontstaat er een ring van steden in Holland en Utrecht. Deze steden zijn allen met elkaar verbonden door netwerken van openbaar vervoer (trekschuiten).

Landbouw en nijverheid

Ook de landbouw en nijverheid bloeien in deze tijd erg op. Door de grote hoeveelheid veeteelt wordt de Republiek grootexporteur van kaas. Daarnaast begint de Republiek ook met het verbouwen van tulpen en hennep. Hennep wordt gebruikt voor de productie van touw en zeil (voor schepen). Ook vindt er een grote toename van scheepsbouw plaats in de Zaanstreek. Dit komt onder andere door de uitvinding van de houtzaagmolen en het fluitschip.

Culturele bloei

Naast de economische bloei, bloeit de Republiek ook op cultureel vlak. De welvaart van de Gouden Eeuw wordt voornamelijk onder regenten en kooplieden verdeeld. Zij bouwen diverse stadspaleizen en buitens (grote verblijven buiten de stad). De middenklasse profiteert ook enigszins van de welvaart en begint steeds vaker schilderijen te bestellen (zie afbeelding).