De Verlichting en religie

Het ontstaan van de Verlichting

De Verlichting is een stroming waarin kritisch denken en vertrouwen in het menselijk verstand (rationeel optimisme) centraal staan. Er zijn een aantal ontwikkelingen die aan de totstandkoming van deze denkwijze hebben bijgedragen:

  • Door een humanistische tekstanalyse van de bijbel kwam het christelijke geloof en traditie ter discussie te staan.
  • In de 15e en 16e eeuw ontdekken Europeanen nieuwe delen van de wereld. Hier komen ze in aanraking met andere culturen en denkwijzen
  • De belangrijkste ontwikkeling die heeft bijgedragen aan de Verlichting is de Wetenschappelijke revolutie in de 17e eeuw. Wetenschappers geloven niet langer alles wat in de bijbel staat en gaan zelf dingen onderzoeken. Dit leidt tot nieuwe ontdekkingen en uitvindingen. Het vertrouwen in eigen waarnemingen en rede gaat voor mensen een grotere rol spelen dan geloof en traditie. Het hoogtepunt van de Wetenschappelijke Revolutie is de publicatie van natuurwetten door Isaac Newton.

Twee filosofische stromingen WR

Rationalisme

Bij het rationalisme wordt de nadruk gelegd op het vertrouwen in verstand (ratio) en logica. Een belangrijk filosoof voor deze stroming was René Descartes (1596-1650). Dit was een man die aan heel veel dingen twijfelde en voor wie rationeel denken centraal stond. ‘Cogito ergo sum’: ik denk dus ik ben.

Empirisme

Bij het empirisme wordt de nadruk gelegd op waarneming en ervaring: je kunt dingen pas zeker weten als je ze zelf hebt gezien. Een belangrijk filosoof voor deze stroming was John Locke (1632-1704). Hij vond het belangrijk om veel te experimenteren zodat je iets ook daadwerkelijk kon waarnemen.

Logisch redeneren en experimenteren

Descartes probeerde in 1641 te beredeneren dat God bestond aan de hand van logische redenatie (Descartes godsbewijs). Dit deed hij als volgt:

  1. Iets dat volmaakt is, bezit alle goede eigenschappen
  2. Bestaan is een goede eigenschap
  3. Als God wordt gekenmerkt door volmaaktheid, kan de eigenschap bestaan daar niet aan ontbreken.

Een voorbeeld van experimenteren is in de onderstaande afbeelding te zien. Dit is een schilderij dat is gebaseerd op een experiment uit de 17e eeuw. Een vacuümpomp wordt getest door de lucht uit een glazen kooi te trekken. In de glazen kooi bevindt zich een vogel en wanneer deze stikt of sterft, laat dat zien dat de vacuümpomp effectief is.

Verlichte ideeën over God en religie

Traditioneel gezien was godsdienst een zaak van de staat. De staat moest het christelijk geloof beschermen en ketters bestraffen. Wanneer dit niet zou gebeuren, zou God de samenleving straffen met rampen.

Verlichte denkers zijn juist van mening dat godsdienst een zaak van het individu is. Zij waren voorstanders van vrijheid van godsdienst en tolerantie tegenover andere geloven. Het was volgens hen ook niet nodig dat de staat zich zo met het geloof bemoeide. Ze waren voor dus voor een scheiding van kerk en staat. In de loop van de jaren ontstond er ook een nieuw mechanisch wereldbeeld: het deïsme. God had volgens deze stroming de wereld gecreëerd en vervolgens met rust gelaten. De wereld ontwikkelt zichzelf dus verder.

Verbeteren samenleving

Verlichte denkers zagen de mens niet als zondig, maar als van nature goed (Rousseau). De mens is een onbeschreven blad en omstandigheden en opvoeding zijn de factoren die hem vormen (Locke). Die maakbaarheid van de mens zorgde voor een enorm optimisme. Men geloofde er nu in dat de samenleving verbeterd kon worden door betere opvoeding, onderwijs en het verspreiden van kennis. Een voorbeeld hiervan is de Encyclopedie van Diderot en d’Alembert (1751-1772). Dit was een boek waarin alle kennis van de wereld zou staan.