De verlichting en politiek

Waarop is macht gebaseerd?

Het traditioneel beeld van macht en politiek werd gebaseerd op het goddelijk recht (droit divin). De vorst had zijn macht van God gekregen en om deze reden stond niemand op aarde hoger dan de vorst. Dit kwam voort uit het idee dat een samenleving gebaseerd hoorde te zijn op Gods wil.

In de Verlichting gaat men hier anders over denken. Het idee van macht en politiek rust vooral op volkssoevereiniteit. De hoogste macht in een staat ligt bij het volk. De vorst heeft zijn macht aan het volk te danken. De vorst moet er voor zorgen dat natuurlijke rechten gewaarborgd blijven . Dit zijn rechten over gelijkheid, vrijheid, leven en bezit.

Een kenmerkend aspect wat hierbij hoort is: ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.

Het sociaal contract

De Verlichting kwam met het idee van het sociaal contract (Locke en Rousseau). Dit is niet letterlijk een contract, maar een fictieve afspraak tussen burger en vorst. De onderdanen staan in dit contract macht af aan de vorst en de vorst biedt hiertegenover bescherming en garantie van natuurlijke rechten. Het volk moet de vorst ook af kunnen zetten.

Rousseau (zie afbeelding) was iets radicaler dan Locke. Hij was voorstander van een directe democratie want volgens hem was de algemene wil van het volk leidend. Hij was ook van mening dat armen en slaven gelijk hoorden te zijn.

De trias politica

Charles Montesquieu was een verlicht denker uit Frankrijk. Hier leefde hij onder de absolute macht van vorsten en zag dat er veel sprake was van machtsmisbruik. Om dit machtsmisbruik te voorkomen kwam hij met het idee van de trias politica: een scheiding der machten. De macht zou volgens hem verdeeld moeten worden onder een uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht.

De verlichting en economie

De Verlichting had ook ideeën op het gebied van economie. Het belangrijkste idee op dat vlak kwam van de Engelsman Adam Smith. Hij schreef het boek ‘The Wealth of Nations’ en is eigenlijk de grondlegger van het economisch liberalisme. Hij was tegenstander van het mercantilisme waarin overheden zich veel bemoeiden met de economie en zag liever een meer terughoudende rol van de overheid. Smith was dus voorstander van een vrije markt waardin vraag en aanbod uit zichzelf in balans komen.

Verlicht absolutisme

Sommige vorsten gingen in deze tijd ook bepaalde Verlichte ideeën in hun bestuur toepassen. Vorsten zagen zich nu als eerste dienaar van de staat en gingen meer nadruk leggen op persvrijheid, tolerantie en de bestrijding van bijgeloof. Ondanks de toepassing van verlichte ideeën, behouden de vorsten wel hun absolute macht.

Een voorbeeld van een Verlicht absoluut vorst is Frederik de Grote van Pruisen (1712-1786). Hij had veel contact met verlicht denker Voltaire en voerde veel verlichte ideeën door. Een opvallende hervorming was het ‘aardappelbevel’ waarin hij boeren verplichte om aardappels te verbouwen omdat deze gezonder en voedzamer waren voor de bevolking. Hij schafte ook de lijfeigenschap af op zijn eigen stukken land.

Veranderende politieke cultuur

Politiek was traditioneel gezien een zaak van de elite, maar tijdens de Verlichting kwam hier verandering in. De burgerij ging nu ook met elkaar spreken over de politiek en verlichte ideeën. Zo spraken zij met elkaar af in koffiehuizen en werden er pamfletten verspreid.

Absolutistische Franse vorsten zagen de Verlichting als een bedreiging. De verlichte ideeën gaan immers tegen het droit divin in. Om deze reden gingen Franse vorsten over op censuur: bepaalde boeken werden verboden. Dit had een averechtse werking want boeken met verlichte ideeën werden nu nog populairder onder de bevolking.