De Republiek van Weimar

Het einde van de Eerste Wereldoorlog

Duitsland sluit het einde van de Eerste Wereldoorlog af met drie veelbewogen dagen:

  • Op 9 november 1918 roepen de sociaaldemocraten de republiek uit. Een republiek is een staat zonder koning of keizer.
  • Op 10 november 1918 vlucht keizer Wilhelm II naar Nederland. Hij blijft hier wonen tot aan zijn overlijden in 1941.
  • Op 11 november 1918 wordt een wapenstilstand uitgeroepen en komt de Eerste Wereldoorlog tot zijn einde.

Duitsland verandert zo in korte tijd van een keizerrijk in een republiek met een democratische grondwet.

De republiek van Weimar: in onrust geboren

De grondwet van de nieuwe republiek werd niet in Berlijn aangenomen, maar in het plaatsje Weimar. Dit kwam doordat de hoofdstad Berlijn te onrustig was. Er was sprake van veel straatgevechten en staatsgrepen door extreemrechtse en extreemlinkse partijen. Neem bijvoorbeeld de communistische opstand van januari 1919 (zie afbeelding). Doordat de nieuwe grondwet in Weimar werd aangenomen, werd het nieuwe Duitsland de republiek van Weimar genoemd.

Vrede van Versailles

De nieuwe regering van de republiek van Weimar tekent in juni 1919 de Vrede van Versailles. Dit was de officiële beëindiging van de eerste wereldoorlog. Frankrijk was er op uit om Duitsland te vernederen en om deze reden werd het verdrag in Versailles getekend. Het verdrag bracht zware straffen voor Duitsland met zich mee;

  • Duitsland moest een enorm bedrag aan herstelbetalingen betalen
  • Duitsland moest 10% grondgebied en hun koloniën afstaan. Op de onderstaande kaart is te zien hoeveel zij van hun eigen grondgebied moesten afstaan.
  • Het Duitse leger moest beperkt worden tot maximaal 100.000 soldaten en mocht niet meer over zware wapens beschikken.

Duitsland verloor dus ontzettend veel macht en het volk stelde hier de nieuwe regering voor aansprakelijk. De regering had immers het verdrag getekend. Het vertrouwen in de democratische leiders nam zo in grote vaart af.

De dolkstootlegende

De dolkstootlegende is een complottheorie die ontzettend veel heeft bijgedragen aan het toenemende wantrouwen van het volk in de republiek van Weimar. Veel Duitsers waren van mening dat de oorlog nog makkelijk gewonnen had kunnen worden. De oorlog was volgens hen enkel verloren doordat de regering de wapenstilstand en het Verdrag van Versailles had getekend. Zij zagen dit als hoogverraad en dus een dolkstoot in de rug. Het beeld dat Duitsland de oorlog nog gemakkelijk had kunnen winnen werd voornamelijk verspreid door de oude conservatieve elite (officieren, aanhangers van de keizer etc.)

Een wankelende democratie

Door het grote wantrouwen van het volk, verliezen de democratische partijen in 1920 de meerderheid bij verkiezingen. Hierdoor moeten zij steun zoeken bij antidemocratische partijen zoals de conservatieven. Dit verliep vanzelfsprekend niet erg soepel waardoor de regeringen vaak machteloos waren tegenover armoede en straatgeweld.